Met de examens in aantocht viel het niet mee nog een laatste
opdract voor esthetica te vinden. Gelukkig bracht de 17e editie van
de Brussels Jazz Marathon, op vrijdag 25, zaterdag 26 en zondag 27 mei, de
oplossing. Ik was dan ook maar al te gelukkig dat ik zaterdag even de
wiskundeboeken opzij mocht leggen voor een namiddag/avond ontspanning.
De Jazz Marathon is een groots evenement, veel grootser dan
ik had verwacht. Later las ik dat er maar liefst 700 muzikanten (of 125
groepen) zouden optreden! Zowel Belgische als buitenlandse artiesten konden een
heel weekend lang hun ding doen. Main stages waren te vinden op de Grote Markt,
de Zavel, het Fernand Cocqplein en het Sint-Katelijneplein. Bovendien zijn er
naast jazzartiesten ook blues-, funk-, latin- en soulgroepen te zien en te
horen. En dat alles helemaal gratis, super!
het quintet Soledad
Ik geef toe dat ik absoluut niet thuis ben in de wereld van
de jazz. Ik kan de stijl zeker appreciëren, maar ik heb nog niet dikwijls van
zo dichtbij de ‘vibe’ mogen voelen. Geen enkele ‘grote naam’ kwam mij bekend
voor, dus koos ik op voorhand lukraak enkele plaatsen waar ik graag langs wou
gaan. Dat werden de Grote Markt en het Sint-Katelijneplein. Met mijn ouders op
sleeptouw en het plannetje bij de hand vertrok ik naar Brussel.
We gingen met de trein tot in Brussel-Centraal, om dan van
daar te voet naar de Grote Markt te gaan. Volgens de planning begon daar om
16u30 een optreden van Soledad. Op het internet had ik gelezen dat dit één van
de beste ensembles is van zijn soort. En die belofte werd zeker ingelost. Je
hoeft geen kenner te zijn om van hun muziek te kunnen genieten; de energie
spatte er zowaar van af. Hun gebruik van instrumenten vond ik eerder ongewoon,
maar des te origineler. De accordeon gaf de muziek nog een speciale, authentieke
toets. De sfeer zat er dus al meteen in.
Om 18u begon het volgende optreden op de Grote Markt:
HERRitage. Zelfde genre, maar toch zo verschillend. Frontman Ivan Paduart liet
zich inspireren door de muziek van Michel Herr, een bekend Belgisch (jazz)componist
(waar ik dus nog nooit van gehoord had…).
Lesni Zver
Na nog zo’n halfuurtje lieten we de Grote Markt voor wat ze
was en gingen we op zoek naar iets nieuws. Op weg naar het Sint-Katelijneplein
konden we de zwoele, zomerse en vooral wereldse sfeer verder opnemen. We gingen
nog even langs het Brussels Marriott, waar ons traditionele jazz van For Mi
Diables werd beloofd. (de naam alleen al, heerlijk toch?). Dit was een groep
die voornamelijk uit vrouwen bestond, dus alweer helemaal anders dan de twee
vorige.
Ons einddoel was het Sint-Katelijneplein. Daar kwamen we nog
net op tijd aan om het optreden van Lesni Zver te horen; een ensemble uit
Tsjechië. Energie, daaraan alweer geen tekort. Deze muziek had ook iets
psychedelisch. Misschien mijn minst favoriete optreden van de avond, maar
daarom geen minderwaardige afsluiter.
Moe maar voldaan keerden we terug naar huis (vroeg genoeg,
want morgen duik ik weer de boeken in…). Al bij al vond ik het een leerrijke en
fijne ervaring, ik heb het gevoel dat mij weer een beetje wereldcultuur is
bijgebracht. Missie volbracht dus!
Recensie:
Ondanks het lange afspeuren van het internet heb ik nergens een (goede)
recensie gevonden over de Jazz Marathon; u zult het dus met mijn mening moeten
doen, waarvoor mijn excuses...
Op donderdag 12 januari
2012 kregen alle zesdejaars op school het toneelstuk ‘Flits!’ van Wim Geysen te
zien, opgevoerd Jan Hardies. Het is een
deel van een sensibiliseringsproject in verband met verkeersveiligheid en de gevolgen van rijden onder invloed. Enkele bedenkingen…
Verwachtingen:
Ik weet
eigenlijk nog niet zoveel over het toneelstuk dat we te zien zullen krijgen. Er
werd ons op voorhand te weinig informatie gegeven. We wisten zelfs niet waar of
wanneer de voorstelling zou plaatsvinden. Uit het artikel dat ik heb
opgezocht valt er gelukkig wel wat af te leiden.
Mening:
Ik was
eerlijk gezegd heel aangenaam verrast door het toneel.
Wat mij
vooral aansprak was de directe manier waarop de acteur overkwam. Al van bij
zijn entree – in ondergoed op het podium – had hij het publiek mee. Niet alleen
acteerde hij oprecht, hij kende ook de wereld van de jongeren, en hij wist
precies hoe hij de aandacht moest vasthouden. Hij kwam hierdoor heel sympathiek
over. Bovendien werd het makkelijk om je in te leven in het verhaal; het was
herkenbaar.
De sfeer zat
al van bij het begin goed, er werd gegrinnikt, gelachen met de herkenbare
situaties,… Maar van zodra het ‘serieus’ werd en het publiek begon te voelen
dat er onheil aan zat te komen, veranderde de sfeer. En toen, op het moment,
hét moment van het toneelstuk, verstomde de zaal. Het geroezemoes was plots
verdwenen, het werd ijzig stil. Kippenvelmoment dus.
De opvallende entree...
Door die
inleving vond ik dit toneel best bijzonder. Ik heb gelachen, kippenvel gehad,
bijna gehuild… Ik denk dat dit toneelstuk mij heel lang gaat bijblijven, omdat
het mij geraakt heeft. (O zo cliché, maar o zo waar.)
Nog iets wat
mij wel beviel was de originele uitvoering van het toneel; de afwisseling
tussen de filmpjes op het scherm en de acteur. De interactie tussen deze twee,
en ook de interactie tussen de acteur en het publiek, waren super.
Eén minpuntje
aan het stuk: ik vond het vrij voorspelbaar. Zonder enige voorkennis kon ik al
na enkele minuten raden dat het zou gaan over alcohol achter het stuur en
verkeersslachtoffers. Dat vond ik eerst een beetje jammer, maar later werd dit
ruimschoots goedgemaakt door de diepgang en meeslependheid van het toneelstuk.
Recensie:
FASCINEREND
EN GEËNGAGEERD WOORDKUNSTENAAR
Eén
van de sterkste Vlaamse debuten is vast en zekerLekuit 1997 van Wim Geysen (1970). Jammer
genoeg viste dit schitterend wek naast de ASLK-Prijs voor het literaire debuut.
Het was echter het begin van een INDRUKWEKKENDE carrière.Wim publiceerde nog enkele knappe werken zoalsVuur
(1999)enSpiegelschrift(2001) in
samenwerking met Bart Demyttenaere.Ondertussen had hij ook het theatervirus
stevig te pakken. Zijn literaire werken herschreef hij tot theatermonologen.Ook op de planken weet hij de toeschouwer aan hun stoel
te nagelen van pure fascinatie. Toch moet hij het absoluut niet hebben van
ondersteuning van even sterke podiumbeesten als hijzelf is. In zijn laatste
productieTILT,een
aanrader trouwens, heeft hij gezelschap van de ongeëvenaarde Aafke Bruining en
de muzikant Jan Blieck. Maar meestal staat hij alleen voor een publiek dat
werkelijk aan zijn lippen hangt.Die man heeft puur magie over
zich. Door zijn verbluffende ‘body language’, zijn stemintonatie en vooral zijn
gelaatsexpressie weet hij meer emotie en fascinatie op te wekken, dan een heel
gezelschap samen. Poëzie, lust, angst, verdriet en vreugde wisselen om de
seconde op zijn gezicht en maken zijn personages levensecht.MetFLITS kende hij zijn grote doorbraak.
Deze theatermonoloog over tieners en weekendongevallen schreef hij op vraag van
de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen.Gezien de schrijnende actuele thematiek en de
topprestatie van Wim Geysen, helemaal in de huid van een jonge man die zijn
opspelende hormonen en frustraties wil botvieren in agressief rijgedrag, sloegFLITSin als een bom.Tijdens de monoloog wordt het verhaal van de jongeren
geprojecteerd op een groot scherm. Animatiefilmpjes, videospelen en popmuziek
geven het theaterstuk de uitstraling van een videoclip.Maar uiteindelijk wordt het hele stuk gedragen door één
man die schreef, regisseerde en zich telkens opnieuw in elke voorstelling voor
honderd procent geeft.Ondertussen is het stuk al meer
dan 150 keer gespeeld en de aanvragen blijven nog steeds toestromen. FLITSwas
voor Wim Geysen zeker geen monoloog die hij na vertoning van zich afschudde om
na afloop heerlijk te relaxen. Hij raakte meer en meer bij de thematiek ervan
betrokken, omdat na afloop gewoonlijk nog een korte nabespreking volgt waarin
hij ook vertelt over de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen en haar
doelstellingen.
Toch
vond hij dat hij meer moest doen met het verhaal en het verdriet van
nabestaanden van jonge verkeersslachtoffers. De gedreven literator werd in hem
wakker en hij besloot de getuigenissen van deze mensen op papier te zetten. In
heel Vlaanderen ging hij ouders van in het verkeer omgekomen jongeren
interviewen. Het was een ingrijpende belevenis in zijn leven die hij heel
gevoelig en zonder enige sensatiezucht in zijn nieuwste werk Zonder afscheid
– Als je kind sterft in het verkeer, heeft verwerkt. Je kunt het in alle
opzichten een taboedoorbrekend werk noemen. Mensen weten niet hoe ze met het
verdriet en het verlies van een ander moeten omgaan. Ze vluchten ervan weg. Dit
boek maakt het wegvluchten echter moeilijk. Ook al leg je het neer, telkens
grijp je ernaar terug. Je kunt stellen dat hij terug bij zijn debuut aangeland
is; Eenmaal Lek je in zijn ban had liet je het niet meer los en Zonder
afscheid is hier de non-fictie versie van. De auteur geeft mensen de ruimte
om de chaos die de plotse dood van een kind veroorzaakt, aan de buitenwereld te
tonen. Voor hem hoeven ze hun woorden niet te wikken en te wegen, ze hoeven
zich niet te schamen of een masker op te zetten. Niets menselijk is hem vreemd
en hij laat dat ook duidelijk blijken door zijn manier van vragen stellen. Dit
schitterende boek dat het totaal moet hebben van zijn sereniteit en het
vakmanschap waarmee het geschreven is, […]
Net
zoals in de recensie staat beschreven, was het toneelstuk echt aangrijpend. Het
sloeg in als een bom, vanwege zijn gevoeligheid en ‘echtheid’; oprechtheid.
Zoals ik al
vertelde en hier ook in de recensie staat, gaf de afwisseling tussen de
projecties en muziek en de acteur het stuk het uitzicht van een videoclip, nog
een element uit de wereld van de jongere.
Mijn toekomst als
theaterbezoeker:
Daar waar ik
normaal niet zo’n fan ben van ‘modern’ toneel, en daarmee bedoel ik zoals bij Flits
de combinatie van projectie en slechts één acteur, denk ik dat ik in de
toekomst vaker naar dit soort monoloogtheater zal gaan kijken. Ik heb eigenlijk
ingezien dat menselijke interactie (tussen de acteurs dan) niet het
allerbelangrijkste onderdeel van een toneelstuk hoeft te zijn.
Een filmpje...
Wim Geysen en Jan Hardies op bezoek bij Studio tv oost, naar aanleiding van de 600ste voorstelling van 'Flits!'
Op 24 januari 2012 trokken
we met enkele klassen van het 6e jaar naar BOZAR in Brussel. We
vertrokken om 10 uur op school, om dan de trein te nemen naar het Noordstation.
We zijn nog niet aangekomen, maar het grensverleggende begint al; ik ben nog
nooit in het Noordstation geweest, noch in de BOZAR (schande, ik weet het…).
Wanneer we binnenkomen in de chique hal van dit Paleis voor Schone Kunsten,
dwalen we eerst een beetje doelloos rond. De nieuwsgierigheid steekt de kop op,
want we hebben in feite geen idee van wat ons te wachten staat. ‘De Finale’
heet het stuk. Niet bepaald een veelzeggende titel… Chokri Ben Chikha heet de
uitvoerder. Nooit van gehoord… “Het gaat over de Belgische kolonisatie in
Congo,” wist de leerkracht ons te vertellen. Eén of ander beeld van Lippens en
De Bruyne op de zeedeijk in Blankenberge zou er ook mee gemoeid zijn. Een stand
up tragedie, had ik nog ergens gehoord… Kortom, alleen maar vage
beschrijvingen, maar dat maakt het geheel des te interessanter.
Na onze jassen in de
vestiaire achtergelaten te hebben, kunnen we plaatsnemen in de kleine maar
gezellige zaal. In afwachting dat het stuk begint, houden we ons bezig met de
discussie of die andere groep leerlingen nu met een Antwerps accent spreekt, of
het misschien toch Limburgs is. Het is Limburgs. “Wauw, die komen van ver, dat
zal hier wel de moeite waard zijn…”
De lichten gaan uit. Dat
vind ik altijd een spannend moment, dan krijg ik zo’n kriebel in mijn buik. De
lichten gaan weer aan. “Ah ja, want het is een interactieve voorstelling hé!”
Die Chokri weet het publiek al meteen mee te krijgen.
“Hé Ousmane, ça va?”Ousmane is
de technicus van dienst. “Ja.” En dat is meteen ook het enige wat we Ousmane nog zullen horen zeggen.
We zien hem niet, maar aan zijn stem horen we duidelijk dat hij van Afrikaanse
origine is. Een zwarte. De voorstelling begint.
Op het sobere podium (een
bureau met bergen papier, een stoel, een groot uitgevallen notitieblok (bij
gebrek aan een beter woord)) doet Chokri zijn ding. Het gaat inderdaad over de
kolonisatie in Congo. Maar toch ook niet; het gaat om zoveel meer. Het gaat om
heel het koloniale verleden van Afrika, van België, van Blankenberge. En daar
komt dan ook het fameuze beeld van Luitenant Lippens en Sergeant De Bruyne in
beeld. Aan de voet van het beeld ligt een naakte zwarte vrouw. “Wie ís die
vrouw?” wil Chokri weten. Nu wil ik het ook wel weten…
We gaan verder, naar de
Exposition Universelle in Antwerpen, 1894. Een periode van culturele bloei, zo
zegt men. Ja, cultuur werd tentoon gesteld in Europa, niet in een museum zoals
we vandaag gewend zijn, maar in een tuin. Een mensentuin, waar al wie wilde kon
komen kijken naar ‘de zwartjes’. Slik. Nu pas besef ik hoe weinig ik weet over
het koloniaal verleden van België. Maar dat is nog maar het topje van de
ijsberg, een kleine inleiding om ons te waarschuwen dat dit geen licht
onderwerp is, dat het hier inderdaad een tragedie betreft.
Op een meestelijke manier
combineert Chokri Ben Chikha humor met gruwel, cynisme met emotie en diepgang.
We gaan verder op zoek naar zijn droomvrouw, die schone, zwarte vrouw. Zij
vormt de rode draad doorheen zijn verhaal, dat is nu wel duidelijk. We komen
erachter dat ze Marie-Rose heet, “een pure, authentieke zwarte vrouw, gelijk
die vrouw van Lippens en De Bruyne, helemaal zwart, hé Ousmane, geen Bounty.”
“Ja.”
De zoektocht leidt ons langs
Frank Vandenbroucke, langs Geert Wilders en Maurice Béjart. Wat hebben die in
’s hemelsnaam met Zwart-Afrika te maken? Dat kan alleen Chokri u vertellen.
Na de voorstelling mogen we
nog vragen stellen, aan Chokri zelf. Hij geeft ons meer uitleg over zijn
gezelschap, Action Zoo Humain, die refereren naar de ‘zoos humains’, de
mensentuinen van weleer. De zoos stimuleerden het superioriteitsgevoel van de
blanken, zo zegt hij, “en dit leidde ertoe dat wij onze angsten en verlangens
omzetten in clichés en stereotypen over andere volkeren.” Dat heb ik genoteerd,
zodat ik het hier nog eens kan nalezen en nogmaals een poging doen het te
begrijpen…
Tot slot vraagt hij ons dit:
“In hoeverre gelden de mechanismen van de zoos humains nu nog in de kunsten en
onze maatschappij?” Stilte. We mogen gaan. Ik vond het moeilijk, een moeilijke
vraag, een moeilijke voorstelling. Niet op het eerste zicht; dan is het een
grappige, vreemde mikmak van namen en waarheden en onwaarheden. Maar wanneer ik
verder begin te denken; wat bedoélt hij nu eigenlijk, dan wordt het moeilijk.
Conclusie: Chokri Ben Chikha is een kunstenaar, want hij zet nietsvermoedende
mensen aan het denken over waarheid, relaties, het leven. (Ik ben toch niet de
enige die het niet meteen begrijpt?)
Recensie:
De finale: Heldendood voor de beschaving
Een Zwarte Parel
Wie enkel aan Tunesië denkt in termen van zon, zee, strand en
een ommuurd vijf sterren hotel, piept deze dagen wel anders. De rellen in het
land houden de internationale gemeenschap in de greep. Maar dat is niet waar
Chokri Ben Chikha, Gentse theatermaker met Tunesische ouders, het over heeft in
zijn nieuwste voorstelling. Zijn ‘Finale' van ‘Heldendood voor de beschaving'
gaat wel over een duidelijk identiteitsvraagstuk, maar die speurtocht leidt
hem, verrassend genoeg, niet naar Tunesië maar naar Senegal.
Action Zoo Humain, de denk- en actiegroep rond Ben Chikha, stond
op de vorige editie van Theater aan Zee met 'De ceremonie: Heldendood voor de
beschaving'. In ‘De finale' gaat Ben Chikha een stap verder en diept de
thematiek van het koloniale verleden uit. Het vertrekpunt is hetzelfde: het
beeld van Luitenant Lippens en Sergant De Bruyne dat op de zeedijk in Blankenberge
staat. In zijnone man showneemt hij het publiek mee op een
zoektocht naar de zwarte vrouw die onder aan het beeld neerknielt. Wie is deze
zwarte parel? We vertrekken bij zijn jeugd en komen uit bij Koning Leopold II,
Geert Wilders en Carl Hagenbeck.
Een stand up tragedie, zo wordt de voorstelling aangekondigd. En
hoewel Ben Chikha meer dan eens op onze lachspieren weet te werken, is de
achterliggende inhoud inderdaad niet zo grappig. Het is een verhaal over
slavernij en pervers exotisme dat zorgvuldig opgeborgen is in de krochten van
onze geschiedenis. Met een nodige dosis ironie peutert de theatermaker in dit
koloniale verleden. De manier waarop hij dit verweeft met zijn persoonlijk
verhaal is vaak ontroerend. Zo vertelt hij over zijn eerste liefde Marie-Rose,
een pekzwarte Afrikaanse, of hoe hij als kleine jongen de gruweldaden van de
Arabieren veroordeelde, wat hem een klap van zijn vader opleverde.
De voorstelling pretendeert zeker geen geschiedenisles te zijn,
of zelfs maar een moralistische kijk op het verleden. Het is erg tussen de
regels lezen en alles met een korrel zout nemen. De sterkste stukken uit Ben
Chikha's monoloog zijn de stukken tekst waarin hij bij de toeschouwer de
frictie tussen naïef geloof en wantrouwend ongeloof naar boven brengt. Wanneer
we vermoeden dat hij ons iets op de mouw spelt, maar we dat niet luid durven te
schreeuwen omdat het bijna te schrijnend is voor woorden. Het is jammer dat er
niet meer ingegaan wordt op deze momenten. Sommige stukken missen de
intensiteit om het publiek helemaal mee te krijgen in zijn gedachtewereld
waardoor onze naïviteit snel plaatsmaakt voor wantrouwen. We houden ervan als
hij het publiek op de proef stelt om zelf na te denken over ethische kwesties.
Het lijkt niet zijn opzet om kant en klare oplossingen of waardeoordelen de
zaal in te spuien, maar mensen zelf tot nadenken te stemmen. En daarin mag de
voorstelling zich nog verder ontwikkelen want dat maakt hem juist zo
interessant.
Want een boeiende avond, dat bezorgt Action Zoo Humain ons. Geruggensteund
door zorgvuldig uitgekozen beeldmateriaal bespeelt Chokri Ben Chikha de zaal.
Ondanks de zware thematiek is het geen loodzware voorstelling. Het is niet
enkel een verhaal van lijden, waardoor het ver van ons af gaat staan. Hij weet
het medium theater goed te benutten voor een persoonlijke zoektocht. Het
publiek is betrokken van begin tot eind en geeft zelfs antwoord als het iets
gevraagd wordt. Goed gedaan, Meester Ben Chikha. Wij komen alvast naar uw
volgende les.
Zoals de recensie vertelt,
vind ik ‘De Finale’ helemaal geslaagd als stand up tragedy. De nogal zware
ethiek in combinatie met ironie; het feit dat we gewezen worden op onze
naïviteit wanneer het op onderwerpen als slavernij en koloniale gruweldaden
aankomt… Maar je moet inderdaad wel veel tussen de regels lezen. Dat vind ik
eigenlijk net goed, want het houdt je scherp en je blijft de voorstelling
aandachtig volgen. In een mum van tijd was de voorstelling voorbij, zonder enig moment
van verveling. Ook de ondersteuning met beeldmateriaal vond ik waardevol, omdat
dit een lichter intermezzo vormde terwijl mijn gedachten op volle toeren aan
het draaien waren; “Wat wil hij nu eigenlijk zeggen?” en “Méént hij dat nu?”.
Tot slot vond ik het interactieve aspect ook zeer leuk (hoewel ik nooit zelf
iets zou durven zeggen, “Stel dat ik het compleet verkeerd begrijp…”). Dit
maakte het stuk tot een voor mij unieke belevenis.