zaterdag 26 november 2011

Expo: Erwin Wurm – Wear me out @ Middelheimpark Antwerpen

Op zaterdag 24 september ging ik samen met mijn mama en zus naar het Middelheimpark in Antwerpen. Het was de voorlaatste dag dat hier beelden van de Oostenrijkse beeldhouwer Erwin Wurm te zien waren. Wurm experimenteert met volumes, de menselijke figuur, het abstracte en het figuratieve.

Ik was nog nooit naar een openluchtmuseum geweest. Dit was de voornaamste reden waarom ik deze uitstap koos. In de klas hadden we het tijdens de les esthetica al gehad over Erwin Wurm, en de leerkracht had ons enkele foto’s laten zien. Ik vond zijn werk op het eerste zicht vooral erg grappig en origineel. Na verdere research ontdekte ik dat de One minute sculptures van Erwin Wurm, waarbij je met enkele instructies van de kunstenaar zelf een kunstwerk wordt, door de Red Hot Chili Peppers gebruikt werden in de videoclip van Can’t Stop. Na het bekijken van het filmpje was ik nog enthousiaster om zijn werk te gaan ontdekken.
         de videoclip >>           
Recensie
Ik kon geen goede recensie vinden over de tentoonstelling van Erwin Wurm zelf, dus heb ik hier een artikel over het onderwerp gekozen:
Groot, grillig en grappig
Erwin Wurm maakt kunst met een knipoog
vrijdag 27 mei 2011, 05u00
Auteur: Hadewijch Ceulemans

ANTWERPEN - Deze zomer is in het Middelheimmuseum de kunstenaar Erwin Wurm te gast, met de expo ‘Wear me out'. Lachen mag.

Wie langs het Antwerpse Middelheimpark loopt, zal verrast opkijken en dan, wellicht, glimlachen. Over de rand van de muur aan de slotgracht hangt een boot waarvan de voorste helft naar beneden buigt. Het is Misconceivable: een van de twintig werken van de Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm (°1954), die tot eind september 2011 in het openluchtmuseum te zien zijn.
Elders in het park staat een pafferig dik huis opgesteld (Fat house),een vliegende-schotel-Porsche (UFO) en een grote opgevouwen sweater waar je als bezoeker op mag gaan liggen om naar muziek te luisteren (Big sweater).
Wurm creëerde ook nieuw werk voor deze expo: hij pakte het plafond van het Braempaviljoen helemaal in met een gigantische roze gebreide trui.
Door de kleuren, de dikwijls glanzende materialen en de speelse gebogen lijnen zijn het aantrekkelijke kunstwerken die de toeschouwer doen grinniken. In dat opzicht zijn ze prettig verfrissend. Kunst is leuk en cool, zo toont deze zomertentoonstelling, en daar is ook niks mis mee.

Cynische humor
Maar vergis u niet: humor mag dan een sleutelkenmerk zijn van zijn oeuvre, Erwin Wurm wil wel degelijk serieus genomen worden. ‘Mijn werk heeft ook een belangrijk kritisch aspect', zegt hij. ‘Ik stel maatschappelijke en sociale fenomenen in vraag, zoals het streven naar schoonheid en jeugd, de omgang met massamedia, consumptiedrang. Ik kies voor humor – cynische humor dan wel – als middel, omdat mensen op die manier gemakkelijker kritiek aanvaarden. Je kunt dingen aan de kaak stellen zonder drama en pathos.'
Van alle werken die in het Middelheimmuseum worden tentoongesteld, doen de drie uit de reeks Big psycho het meest expliciet een oproep om na te denken. Het zijn uitvergrote menselijke lichamen die gevangen zijn in kledingstukken. Ze worden door die kleding vervormd en onherkenbaar gemaakt, en zo verliezen ze hun persoonlijkheid.
Deze boeiende reeks, waarbij de kunstenaar speelt met schaal, volume, vorm en vormeloosheid, toont hoe alle thema's die Wurm aan bod laat komen, aansluiten bij die ene conceptuele vraag die hem altijd bezighoudt: wanneer is iets wel of niet een sculptuur? Wat zijn de grenzen van de beeldhouwkunst? Of nog: is een beeldhouwwerk iets ‘voor altijd'?
Deze laatste vraag is het uitgangspunt voor de One minute sculptures waarmee Wurm bekend werd, onder andere dankzij de videoclip ‘Can't stop' van de Red Hot Chili Peppers. De bezoeker krijgt daarbij instructies om zelf met alledaagse objecten vreemde houdingen aan te nemen. Deze tijdelijke poses van het menselijke lichaam krijgen dan de status van ‘kunstwerk'.

Poseren
Ook in het Middelheimmuseum kunt u zelf een One minute sculpture zijn. Wurm heeft de instructies eenvoudig gehouden, maar toch vragen we ons af of in deze omgeving veel mensen zich geroepen zullen voelen om te poseren. Dat kan Wurm niet zoveel schelen: ‘De instructies vormen een voorstel. Het is geen bevel.'
Die vrijblijvendheid is onvermijdelijk: het openluchtmuseum biedt een welbepaalde context, waar niet iedereen zin heeft om lang stil te staan bij de kunstwerken. ‘Het zal moeten blijken of dit een goede plek is voor mijn werk', relativeert Wurm. ‘De selectie is vooral gebeurd op basis van praktische criteria. Niet alle materialen zijn bestand tegen de omstandigheden in openlucht.'
De toegevoegde waarde van het Middelheimpark is de idyllische aard ervan. Het park zorgt voor interessante contrasten. En voor veel ruimte natuurlijk.
Al moest de kunstenaar toch even slikken: ‘Ik was teleurgesteld toen ik zag hoe klein mijn Big psycho's opeens werden, hier in het park.'
bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=6M3ANAT2

Mijn mening:
Terwijl ik door het park liep, was mijn eerste idee dat het een beetje op een speeltuin leek. Die grote, kleurrijke bouwwerken schiepen een heel vrolijke sfeer. Ze trokken natuurlijk ook meteen de aandacht. Het leukste aan het park zelf vond ik de ruimte, je hebt niet het gevoel dat je in een museum bent, je mag lawaai maken, je kan gaan en staan waar je wil, even gaan zitten wanneer je benen moe worden… Dat kan in een museum allemaal niet. Ik ben dus helemaal gewonnen voor het concept openluchtmuseum!
Zoals ik al zei, vond ik de kunstwerken vooral grappig. Op ieders gezicht verschijnt toch spontaan een glimlach wanneer je een bootje ziet dat het water niet in durft, of een huis dat zich afvraagt of het niet te dik is?
Wanneer je dan even naar zo’n werk staat (of zit, want dat mag) te kijken, vraag je je natuurlijk af wat het betekent. En je hoeft niet zo ver te zoeken; Erwin Wurm geeft een duidelijke boodschap mee aan zijn kunst. Hij bekritiseert de manier waarop we ons laten ‘inpakken’ door allerlei factoren rondom ons, waardoor we onszelf al gauw kwijtraken… Ik vind dit een zeer goede boodschap, het heeft mij aan het denken gezet over hoe ik beïnvloed word door trends, reclame, vrienden etc.
Verder vond ik de originaliteit van de beelden ook geweldig. Ik kan niet zeggen dat ik een groot kenner van beeldhouwkunst ben, maar ik heb nog nooit iets dergelijks gezien of erover gehoord.
Mijn persoonlijke favorieten waren de auto die enkel met een viltstift ertussen tegen het klassieke standbeeld staat, en het bange bootje Misconceivable. Blijkbaar was ik niet de enige die er zo over dacht, want intussen heeft de stad Antwerpen dit laatste werk gekocht om in de permanente collectie van het Middelheimpark te plaatsen. Een mooie aanwinst zou ik zeggen, een knap werk van een zeer interessante kunstenaar…

Bewijsmateriaal:

foto's in tekst + foldertje:

zondag 20 november 2011

Film : Het varken van Madonna


Op zaterdag 19 november 2011 ging ik samen met Lore en Gwen naar de Kinepolis in Brussel. We zouden een film gaan kijken, we kozen voor “Het varken van Madonna”. Ik had op tv al een reportage gezien over de avant-première, met commentaar van de acteurs, producers en bv’s. De film kreeg niets dan lovende kritieken, waardoor ik stiekem wel nieuwsgierig werd.
Een Vlaamse film is helemaal nieuw voor mij. Ik bedoel niet dat ik nog nooit een Vlaamse film heb gezien – al moet ik toegeven dat ik op dit moment geen enkele titel dan bedenken, schaamschaam – maar nog nooit zag ik er één op het grote scherm. Eerlijk gezegd heb ik mij nooit echt aangesproken gevoeld door Vlaamse films, maar de laatste tijd hoorde ik Lore en Gwen altijd vertellen over de films die zij al gezien hadden (Rundskop, Frits en Freddy etc.), en over series als Rang Één en Van Vlees en Bloed. Hierdoor kreeg ik het gevoel dat ik echt iets miste, dus het werd hoog tijd om mijn filmkennis een beetje uit te breiden.
De avond begon met een beetje stress, want we kwamen te laat aan in de bioscoop. Én we hadden geen rekening gehouden met de zaterdagavondrush… Om het zacht uit te drukken: we waren niet de enigen met het idee om een filmpje mee te pikken. Ik haastte mij naar de zaal (Lore en Gwen waren iets te drinken gaan halen), maar de film was al bezig. Het begin heb ik dus gemist, maar er kon nog niet veel gebeurd zijn (hoop ik).
We keken hoe Tony Roozen, hoofdpersonage van de film, door zijn baas op pad werd gestuurd om een robotvarken te verkopen. Dit maakte deel uit van een wedstrijd van het salesbedrijf waar hij werkt; Com.Sales. Tony moet proberen om de varkensboeren van de Westhoek een robot te verkopen die allerhande mysterieuze stofjes verspreid – cartouches afzonderlijk verkrijgbaar, natuurlijk voor een zachte prijs – waardoor hun varkens opeens zouden kweken als konijnen. Hierdoor mist Tony een weekendje Ardennen met zijn verloofde, die hier niet mee kan lachen…
Hij vertrekt dus, in de hoop het varken gauw te verkopen en zich snel bij zijn verloofde te kunnen voegen. Maar daar heeft het lot anders over gedacht. Na een bizarre spookverschijning van een soldaat belandt hij in de gracht, en trekt hij te voet verder naar het dichtstbijzijnde dorpje: Madonna. Hij zoekt hulp in café De Linde, bij Gusta en Maria. Er is net een hevige volksvergadering aan de gang over de toekomst van het dorp, dat op sterven na dood is (letterlijk; de bevolking bestaat bijna volledig uit mensen die de eerste wereldoorlog overleefd zouden kunnen hebben). De volgende dag wil hij zijn auto laten takelen, maar de garagist is in staking. Tony zit dus vast in een dorpje waar iedereen tegenwerkt, met een dronken burgemeester die niet van de vrouwen kan afblijven en waar het stikt van de varkensboeren – zonder varkens weliswaar, dus zijn robot raakt hij nog aan de straatstenen niet kwijt. Bovendien ziet hij spoken. De soldaat die hij zag op de eerste avond in Madonna, lijkt hem wel te achtervolgen…
Tony doet alle moeite om uit het dorp weg te geraken, maar niemand wil hem helpen. Hij kan zelfs geen telefoontje plegen. Op een avond komt hij erachter dat de geest de grootvader is van Maria, en dus de man van Gusta. Zijn naam was Prosper. Maria ziet hem ook, en ze denkt dat hij niet kan verdwijnen zolang zijn gebeente niet is opgegraven. Al jaren zoekt ze naar haar in WO I gesneuvelde grootvader, die ergens in de velden rond het dorp moet liggen. Ze smeekt Tony om hulp, maar deze wil alleen maar weg. Weg uit dat dorp vol gekken!
Aangezien niemand hem wil helpen, begint hij maar zelf zijn auto uit te graven. En ja hoor, hij stuit zo op de resten van Prosper. Hij graaft ze op en legt ze in De Linde, om daarna te maken dat hij weg is. De geest van Prosper kan nu rusten en Gusta kan met een gerust hart sterven. Tony vertrekt uiteindelijk toch niet uit Madonna; hij keert terug naar Maria. En dan zorgt het varken voor een memorabele slotscène…

Recensie

Het Varken van Madonna


Regie: Frank Van Passel
Première: 09 November 2011
Duur: 110 minuten
Genre: Komedie
Land: België (2011)
Originele taal : Nederlands  

Hoewel een aantal beginnende Vlaamse filmmakers zich de laatste tijd manifesteert met gedurfde en originele films als Blue Bird of The Invader, moet je toch al ouwe getrouwe Frank Van Passel zijn om je aan een magisch-realistische fabel te wagen. Het Varken van Madonna is onder zijn regie een aanstekelijk geacteerde en consequent absurd vertelde komedie geworden die je met een grote glimlach uitkijkt.
Van Passel en co-scenarist Marc Didden laten protagonist Tony Roozen stranden in het onooglijk, haast uitgestorven dorpje Madonna. De handelsreiziger en zijn koopwaar - een mechanisch varken - nemen noodgedwongen hun intrek in een plaatselijke herberg, het decor van een dorpsstrijd die draait rond de aanleg van een nieuwe weg en het al dan niet verplaatsen van een aanbeden Mariabeeld dat vele geheimen van de inwoners in het hart draagt. Wanneer Tony onmogelijk lijkt weg te raken uit het dorp, ziet hij zijn situatie steeds hopelozer worden. De lokale schooljuf, een fanatieke verdedigster van de overleden strijders uit WO I, lijkt hem niet bepaald gunstig gezind, maar kan zijn hulp wel gebruiken. De geest van een soldaat, een eeuwelinge die weigert het bijltje er bij neer te leggen en een juke-box die slechts één liedje kent zijn de ingrediënten van een romantisch mysterie dat opgelost dient te worden.
Het Varken van Madonna is niet aan cynici besteed en zal hier en daar best een bioscoopkijker een ongemakkelijk gevoel geven: we zijn niet gewend aan (Vlaamse) films met een scheut magie. De humor die gepuurd wordt uit het contrast tussen de soms onnozele Tony en de volkse taferelen vol bekrompenheid en burgerlijkheid kan twijfelaars echter over de streep trekken. Uit die combinatie ontstaat uit een even charmante als absurde vertelling die aansluit bij andere degelijke Europese producties in het genre, zoals het Spaanse Sexo por compasión of het welbekende Chocolat, terwijl bij momenten ook een glimp Jarmusch of Kaurismäki doorschemert. Ook de serie Pushing Daisies moet zijn invloed gehad hebben. De bijhorende visuele stijl lijkt Van Passel moeiteloos uit zijn mouw te schudden.
Kevin Janssens als Tony Roozen
Dit soort ongebruikelijke films illustreert ook dat veel Vlaamse acteurs op hun honger zitten en in de middelmatige drab die ze uit noodzaak moeten aannemen weinig uitgedaagd worden. Roel Vanderstukken en andere Stan van Samangs horen thuis in de nauwelijks soapniveau overstijgende misdaadserie's, maar Kevin Janssens heeft altijd de indruk gegeven iets meer aan te kunnen, ondanks de artificiële macho-attitude die hij in de meeste producties etaleert. In Het Varken van Madonna zien we hem herleven in een rol die een scheut naïviteit, wat jongensachtige bravoure en enige volstrekte verwondering vereist. Het personage zit hem als gegoten en geeft hem als acteur eindelijk wat ruggengraat. Aan zijn zijde de ravissante Wine Dierickx (Dagen zonder LiefSmoorverliefd), die met haar levensechte West-Vlaams de cast van Het Goddelijke Monster naar huis speelt en ons eveneens doet afvragen wat half Vlaanderen toch ziet in de overschatte grijze muis die Veerle Baetens toch maar is. Als je in de bijrollen goed volk hebt lopen als Wim Opbrouck, Marc Van Eeghem en Nico Sturm, krijg je scène na scène een heerlijke dynamiek die zelfs de eeuwig overacterende Peter Van den Eede met zijn verkeerde dialect niet kan verknallen.
Het Varken van Madonna een aparte film noemen, komt te weinig complimenteus over. Maar dit ongewone, innemende filmpje - dat enkel in zijn finale wat uit de bocht gaat met een toch wat uitzinnige reeks bevallingen - hoeft noch productioneel, noch als filmbeleving onder te doen voor de doorsnee Hollywoodprent en is in vergelijking met zijn Vlaamse collega's zelfs een dappere en zeldzame poging om uit de band te springen. En dat zien we graag. 
Sven De Schutter


Mijn mening

Ik vond het ge-weldig. Vlaamse film – of toch deze – is zo helemaal anders dan de Amerikaanse films die we dagelijks voorgeschoteld krijgen, maar is minstens even goed. Allereerst vond ik het ongelooflijk grappig. De acteurs waren overtuigend en vaak gewoon hilarisch. Meermaals zaten we te schudden in onze stoelen van het ingehouden lachen. Verder vond ik het magische element ook super. Dit is echt iets voor mij, ik hou wel van een beetje magie van tijd tot tijd; het moet niet altijd bloedserieus zijn. Het West-Vlaams heeft mij ook enorm geamuseerd. Zeg eenzelfde tekst op in het AN en in het West-Vlaams; de eerste versie zal nog niet half zo interessant zijn als de tweede.
De film heeft mij op geen moment verveeld. Meer nog, daar waar ik bij de meeste films vaak zit te wachten op een pauze, leek deze film voorbij te vliegen! Het einde vond ik wel nogal bij de haren getrokken. In heel de film kon er nog geen kusje af, en dat lijkt men wel goed te willen maken in die laatste 2 minuten, waarin prompt alle koppels in het dorp het bed in duiken en de vrouwen nog geen halve minuut hierna een kind op de wereld zetten. Maar zo is de toekomst van het dorp tenminste verzekerd…
De muziek in de film was heel toepasselijk. We kregen typisch Vlaamse deuntjes te horen, en accordeonmuziek die helemaal paste bij de sfeer van het bejaarde dorpje.
Over het algemeen was ik dus aangenaam verrast door deze film. Hierdoor is mijn interesse in de Vlaamse film zeker gewekt, en ik kijk al uit naar méér!

donderdag 10 november 2011

Mijn favoriete stukje...

Het Zwanenmeer

Vrijdag 28 oktober. De laatste uurtjes voor de vakantie kan losbarsten, en ik zit mij te vervelen in de les AMC. De leraar kondigt aan dat we een opvoering van het beroemde ballet 'Het Zwanenmeer' gaan bekijken (op video weliswaar). 
'Het Zwanenmeer' vertelt het verhaal van prins Siegfried. Op zijn verjaardag moet hij van zijn ouders een meisje kiezen om mee te trouwen. Er wordt een groot feest gegeven, maar Siegfried vindt zijn droomvrouw niet... Hij gaat jagen om zijn zinnen te verzetten, en wanneer hij een zwaan wil doden uit een overvliegende vlucht, staat hij opeens versteld. De zwaan verandert in een meisje, Odette. Odette is, net als de andere zwanen, betoverd door de slechte tovenaar Von Rothbart. De tovenaar wil dat de prins met zijn eigen dochter, Odile, trouwt. Hij verandert haar ook in een zwaan, maar ze is niet wit maar zwart. Het einde van het verhaal varieert. In sommige versies overwinnen Odette en Siegfried de tovenaar, in andere plegen ze zelfmoord. 
De leraar vertelt en vertelt en ik kijk zo reikhalzend uit naar het eind van de les, het begin van de vakantie! Ik bereid mij voor op een uurtje slapen...
Van zodra de muziek echter begint, wordt mijn blik naar het scherm (klein en van slechte kwaliteit, maar toch) gezogen. Wauw. Zo mooi vond ik ze, die gevoelige maar toch aangrijpende muziek. Vooral de kleine stukjes die ik herkende - die iedereen kent uit de muziekdoosjes - waren prachtig. En dan heb ik het nog niet eens over de dans. De dans! Ik dacht dat ik ballet kende, maar hier werd ik toch wel even op mijn plaats gezet. Het stuk werd uitgevoerd door een Russisch balletgezelschap waarvan de naam onvindbaar bleek, maar het was dus van hoge kwaliteit. De choreografie is van Lev Ivanov. 
Ik vond het heerlijk hoe de dansers niet alleen met hun lichaam, maar ook met hun gezicht dansten. Ze konden enorm veel emotie in hun bewegingen leggen. Wat mij opviel, was dat ook de handen een belangrijke rol speelden. Elke beweging werd tot in de puntjes (letterlijk) afgewerkt, wat zorgt voor een grootse sierlijkheid. Toen ik mij een halve minuut lang op hun voeten concentreerde, was ik helemaal draaierig. Dat voetenwerk, onmogelijk leek het. Vooral wanneer ze zo op hun pointes staan te trippelen (dat heeft waarschijnlijk wel een professionele naam, maar goed), dan leek heel de danser mee te trillen, mee te trillen met de prachtige viool die precies op dat moment een solo speelt... Alle puzzelstukjes vallen in elkaar. Dit was ballet zoals ik het nog nooit gezien had, en het was dan nog niet eens 'in het echt'. Ik kan niet wachten tot ik een balletvoorstelling live kan bijwonen!!