zondag 19 februari 2012

Expo: Wunderkammer @ Botanique

Zondag 29 januari. Enkele dagen geleden kreeg ik een enthousiaste mail van Ellen (Van Cauwelaert, 6 GLA). Ze vroeg of ik geïnteresseerd was in een expo in de Botanique ; de Kruidtuin in Brussel. Eerlijk gezegd wist ik niet dat er daar tentoonstellingen werden gehouden, maar gelukkig had zij al heel wat opzoekwerk gedaan en een hele boel links doorgestuurd met alle nodige informatie – waarvoor dank, dat was een hele tijdbesparing… 
Ik merkte op dat de tentoonstelling maar liep tot 29 januari, dus we zouden er snel bij moeten zijn! De plannen werden gauw gemaakt en we besloten zondag na onze roeitraining, samen met een andere vriendin van de roeiclub, naar Brussel te gaan om de mysterieuze expo ‘Wunderkammer’ te gaan bezoeken.

Want mysterieus kun je deze expo wel noemen…
Toen ik Ellens mail las, was mijn eerste vraag : wat in ‘s hemelsnaam betekent Wunderkammer? De letterlijke vertaling is ‘wonderkamer’. Dat helpt ons niet veel verder. Op de websites van in de mail las ik dat het ging om curiositeitenkabinetten. Goed. Maar wat zijn dan curiositeitenkabinetten ? Wel, deze collecties van bizarre voorwerpen met de bijhorende mysterieuze verhalen  doken op in Europa tijdens de renaissance. Ze lagen aan de grondslag van de musea voor kunst- en natuurwetenschappen. Het waren echte verzamelaarskamers, waar allerhande curiositeiten – hoe vreemder en ongeziener, hoe liever – werden uitgestald. Je vond er niet alleen kunstwerken en antieke of symbolische voorwerpen, maar ook zaken uit de natuurgeschiedenis, zoals opgezette dieren, zeldzame insecten of geraamtes.
De curiositeitenkabinetten waren doordrongen van volkslegendes en bijgeloof – men vond er immers maar al te vaak sporen van mythische dieren zoals drakenbloed of hoorns van de eenhoorn –, maar ze speelden wel een fundamentele rol in de ontwikkeling van de moderne wetenschap. Op die manier vormden ze de breuklijn tussen wetenschap en bijgeloof.
In de loop van de 19de eeuw verdwenen de kabinetten, omdat ze plaats moesten maken voor officiële instellingen.

Maar wat heeft dat nu eigenlijk te maken met de tentoonstelling waar ik het over heb? Wel, Wunderkammer; het hedendaagse curiositeitenkabinet, toont werken van meer dan 20 plastische kunstenaars die in België werken. Hun gemeenschappelijke punt? Ze scheppen denkbeeldige werelden via hun kunst.
In het Museum van de Botanique creërden zij een duister sfeertje van mysterie en magie. Aangezien elk object de bezoeker moet doen fantaseren en wegdromen, werd er voor ieder stuk een verhaal geschreven over dat stuk.

Recensie: 

Een museum vol monsters

  • donderdag 29 december 2011, 03u00
  • Auteur:Jan Van Hove
  • BRUSSEL - Zelden zult u zo'n bizarre samenscholing van hedendaagse kunst te zien krijgen als op de tentoonstelling ‘Wunderkammer' in de Botanique. Van de juweelkevers van Jan Fabre tot een hoogst onsympathieke dinosaurus. 
  • De Wunderkammer was een verre voorloper van het museum. Deze rariteitenkabinetten kwamen op in de zestiende eeuw en kenden een instantsucces bij vorsten, geleerden en kunstenaars in heel Europa. De curiosa die erin verzameld werden, konden zowel door de natuur als door de mens gemaakt zijn. De Wunderkammer of kunstkamer was een manier om de wereld te ordenen en zich te verbazen over de wonderen van de schepping.
  • Een goed voorbeeld is de kunstcaemer van de 17de-eeuwse schilder Rembrandt, die in het Rembrandthuis in Amsterdam gereconstrueerd werd. Rembrandt was een fervente verzamelaar en de overvloed van exotica die in zijn tijd in de Amsterdamse haven ontscheept werd, prikkelde zijn verbeelding. In zijn kabinet zag je zowel nautilusschelpen, tijgervellen, hertengeweien en opgezette paradijsvogels als Japanse helmen of borstbeelden van Romeinse keizers. Zijn verzameldrift was zo mateloos dat hij eraan failliet ging.
  • De tentoonstelling die momenteel in de Botanique in Brussel te zien is, wil aanknopen bij de aloude traditie, maar dan met kunstwerken van vandaag. In de meeste stukken die er bijeengebracht zijn, herken je een band met de natuur, maar die is nooit onschuldig. De (hoofdzakelijk Belgische) kunstenaars die op Wunderkammerexposeren, lokken de toeschouwer binnen in een denkbeeldige wereld.
  • Kitsch
  • Is het kunst of is het kitsch? Die vraag stel je je meer dan eens tijdens een bezoek aan deze eigentijdse Wunderkammer. De twee blijken bij momenten erg dicht bij elkaar te liggen. Een indruk die nog versterkt wordt door de manier waarop de kunstwerken zijn opgesteld. Alles staat kriskras door elkaar, als een onwaarschijnlijke bric-à-brac. Zo moet het eeuwen geleden ook in de oorspronkelijke rariteitenkabinetten geweest zijn.
  • Het begint al meteen als je de zaal binnenkomt. De eerste werken die de bezoeker te zien krijgt, zijn bewerkte foto's van Roberto Kusterle. Hij toont hybride wezens met bijvoorbeeld het lijf van een mens en de kop van een vis. Of mannen wier lichaam met schelpen of doornen overdekt is, alsof ze op een curieuze manier melaats zijn. Een oefening in surrealisme.
  • Hiermee heb je meteen de rode draad van de tentoonstelling te pakken: de kunstenaars willen het publiek verbazen. Geen werk slaagt daar beter in dan Skullvan Jan Fabre. Het is een doodshoofd opgebouwd uit juweelkevers, met een opgezette papegaai in de mond. Het ziet eruit alsof een of andere boze macht een prachtige vogel in volle vlucht geveld heeft. De samenstellers van de tentoonstelling herkennen in het stuk een allegorie van de jaloezie.
  • Wandelend door het ensemble stoot je op allerlei onwaarschijnlijke combinaties. Zo maakt Ulrike Bolenz vederlichte sculptuurtjes waarin naakte vrouwen versmelten met libellen. Laurence Derveaux snijdt sieraden uit menselijke botten. William Sweetlove toont een wonderlijke collectie blauwe herten, groene beren en rode everzwijnen. In de ene hoek sta je oog in oog met een vervaarlijke Triceratops uit de familie van de dinosauriërs, wat verder ligt een allerschattigst hertenjong dat na een zogenaamd ‘jachtongeval' een verband rond zijn kop draagt.
  • Niet alleen het dierenrijk, ook de menselijke figuur wordt door de kunstenaars van  Wunderkammer niet ontzien. Zo toont Patrick Van Roy een intrigerende reeksLadyboys met het lichaam van een meisje maar de ogen, de lippen en de neuzen van twaalf jongens. Wim Delvoye maakte glasramen van naakte paren en neemt zo een loopje met de kerkelijke kunst, Vincent Solheid combineert heiligenfiguren met draken en wilde dieren.
  • Alles bij elkaar toont Wunderkammer de hedendaagse kunst zoals je ze niet gauw te zien krijgt. Net als hun voorgangers uit vroegere eeuwen kijken de kunstenaars van vandaag vol verbazing naar de onuitputtelijke vormentaal van de natuur en verkennen ze onvermoede mogelijkheden van de werkelijkheid. Daarbij doen ze wat kunstenaars altijd gedaan hebben: de mensen aan het dromen zetten.
  • bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=VB3K62OT



























































Mijn mening: 
Al van bij het lezen van de mail van Ellen was ik enorm nieuwsgierig naar de Wunderkammer-expo. Ik was meteen geïnteresseerd in het mysterie dat de curiositeitenkabinetten ooit waren. Maar hoe moderne kunstenaars deze sfeer zouden creëren, was mij nog een raadsel.
Het eerste wat we zagen bij het binnenkomen – nadat we eerst enkele rondjes hadden gelopen om de ingang te vinden – was een silhouet van een mens, met felle kleurtjes. Okee, niet zo bijzonder, toch? Jawel; het was gemaakt uit een varkensdarm. 
En we waren vertrokken! Ik was nu nog veel nieuwsgieriger naar wat er te zien zou zijn. Vervolgens kwamen we in 'de kamer'. Ik had verwacht dat de tentoonstelling groter zou zijn, maar net als de authentieke curiositeitenkabinetten bestond ze uit slechts één kamer. Overal zagen we ofwel heel bizarre voorwerpen, ofwel leken ze net heel gewoontjes. Maar wanneer je deze van dichterbij bekeek, of de tekstjes erbij las, werden ze al even vreemd als die eerste soort…
jardins de nains
En ik vond ze geweldig, die fantastische verhalen over tuinkabouters onder glazen stolpen, vlinders die als gevechtsvliegtuigen werken, schaafsel van de hoorn van een eenhoorn (wat eigenlijk een grote pot vol nagels van de kunstenaar was, yuk!) en overblijfselen van aliens...
het verhaal bij de jardins de nains
Het enige minpunt was dat alle tekstjes er enkel in het Frans stonden; voor mij niet zo'n probleem omdat ik tweetalig ben, maar het maakt de tentoonstelling voor Nederlandstaligen een stuk minder toegankelijk (want met schoolfrans kwam je niet ver, de teksten waren vrij moeilijk en de stijl was apart). Op internet was ook nergens terug te vinden dat de tentoonstelling enkel in het Frans zou zijn, en aangezien alle folders in twee of drie talen beschikbaar waren, hadden we dit helemaal niet verwacht. 
Maar nu over de kunstwerken zelf. Sommige stukken vond ik gewoon mooi om naar te kijken, zoals de ‘libellules’ van Ulrike Bolenz. Andere waren alleen interessant omwille van het verhaal erachter.
Maar wat ik vooral fijn vond, was dat ik nu ook eens in contact was gekomen met moderne (Belgische) kunst. Ik was erg verbaasd over hoe verschillend de werken waren. De eigenaardigste materialen, kleuren en vormen werden gebruikt, wat elk stuk op zichzelf interessant maakte. En kunstenaars waren ook niet de minste; er waren werken te zien van onder andere Wim Delvoye, Jacques Dujardin, Jan Fabre, Jean-Luc Moerman, Bénédicte van Caloen, Patrick van Roy en Sofi van Saltbommel. Normaal gezien hou ik niet zo van moderne kunst, maar dankzij de verhalen die mijn fantasie op hol deden slaan en mijn hersens aan het werk zetten, bekijk ik die kunst nu van een heel andere kant. Ik vind het super om zelf verhalen te verzinnen bij een kunstwerk, wat ik sinds de tentoonstelling vaker probeer te doen. 

Ik kan dus concluderen dat deze tentoonstelling zeker grensverleggend is geweest voor mij, van begin tot eind! 


Bewijsmateriaal: 
foto's 1 en 5 in tekst + ticket (coming up...)